AMSTERDAM – ZONDAG 22 JUNI 2014
Zondagavond 15 juni speelde Krystian Zimerman delaatste drie pianosonatesvan Ludwig van Beethoven in de serie Meesterpianisten. "Om zich in te leven in de situatie van een dove oefende Zimerman thuis de Mondschein-sonate met een motorhelm op zijn hoofd en een stok tussen zijn tanden." Lees hier de lovende recensies naar aanleiding van dit indrukwekkende recital.
Recensies | Krystian Zimerman:
De Telegraaf / Eddie Vetter ”5
Trouw / Christo Lelie ”5
NRC Handelsblad / Merlijn Kerkhof ”5*
*gewijzigd van 4 in 5 sterren met goedkeuring van de recensentWenneke Savenije – vrm. NRC-recensente
De Volkskrant* / Frits van der Waa ”5
*n.a.v. het recital op 13 juni in Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven
Het Parool / Roeland Hazendonk ”4
De Telegraaf – Dinsdag 17 juni 2014
Zimerman beklimt de Olympus
”5
Meesterpianisten gaan deze maand af en aan in het Amsterdamse Concertgebouw. Begin juni trad Murray Perahia daar op, aanstaande zondag laat Evgeny Kissin van zich horen en afgelopen zondag beklom Krystian Zimerman voor een bomvolle Grote Zaal de Olympus van de klaviermuziek: de laatste drie pianosonates van Beethoven.
Hij speelde ze van blad, heel ongewoon voor een musicus die ze van achter naar voren moet kennen. Wilde hij zijn trouw aan de partituur demonstreren? Hij volgde zelfs Beethovens hoogste metronoomcijfers. In zo’n vliegende vaart laat een grootheid als Maurizio Pollini veel steken vallen, maar Zimerman is in turbosnelheid nog in staat tot sublieme nuances.
Dove componist
Voor aanvang van de allerlaatste sonate, opus 111, richtte hij zich tot het publiek. Hij vertelde dat hij jarenlang bang was geweest om Beethoven te spelen, die stokoude man wiens buste hem ontzag inboezemde. In december werd hij 57, een jaar ouder dan de componist toen deze stierf. In diens huis in Bonn zag hij houten stokken met afdrukken van tanden erin. Gebruikte de dove componist die om via de trillingen de klank te ervaren? Om zich in te leven in de situatie van een dove oefende Zimerman thuis de Mondschein-sonate met een motorhelm op zijn hoofd en een stok tussen zijn tanden.
Zover ging de Poolse pianist gelukkig niet in Amsterdam. Hij was opvallend vrij in de extreme tempo’s. Ook al moet zijn spel tot in de kleinste details bestudeerd zijn, het doet toch aan alsof Beethoven zelf aan de vleugel improviseert. Dat is dan wel een Beethoven die de geheimen van het moderne instrument op zijn duimpje kent, een die meer hecht aan subtiele kleuren dan aan klassieke lijnen en een directe expressie. Zo kregen de wonderbaarlijke klankavonturen een even spannend als excentriek karakter, van de ongelooflijk sonoor dreunende bassen tot het fijnste filigrein in het hoge register.
Veel enthousiasme in de zaal, geen toegiften.
(Recensent: Eddie Vetter)
Trouw – Dinsdag 17 juni 2014
Beethoven geperfectioneerd
”5
"Beethovens laatste pianosonates heb ik jarenlang niet op concerten durven spelen. Pas toen ik 57 geworden was en mij realiseerde nu ouder te zijn dan de componist ooit geworden is, veranderde dat. Ik ontdekte toen dat Beethoven in deze werken de liefde heeft willen uitdrukken die hij in zijn leven nooit heeft kunnen geven aan een vrouw." Aldus lichtte Krystian Zimerman zijn programma toe tijdens zijn Beethoven-recital, zondagavond in het Concertgebouw.
Zimerman is allesbehalve het type pianist dat met routinematig vertolkt standaardrepertoire de wereld over trekt. Ieder programma betekent voor hem een langdurig project van research alvorens hij ermee het podium opgaat. Ter voorbereiding op zijn huidige recital met Beethovens Sonates opus 109, 100 en 111 verdiepte Zimerman zich uitvoerig in het leven van de componist, diens doofheid, mentale toestand en speelde hij de werken op fortepiano's. Tegelijk bouwde hij eigenhandig een mechaniek voor zijn eigen Steinway-vleugel dat hij afregelde en intoneerde om Beethovens late werken zo goed mogelijk tot hun recht te kunnen laten komen. Geen pianist die zover gaat en die dat überhaupt kan!
Het resultaat was verbluffend. Had Zimermans spel de laatste jaren soms iets gekunstelds en was zijn toon vaak onverbiddelijk hard, dit keer viel alles muzikaal op zijn plaats. Met de bladmuziek op de lessenaar wist hij Beethovens muziek tot in de kleinste finesses zeer expressief en met een gloeiend liefdesvuur weer te geven. Met uitzondering van het pittige tweede deel van Sonate opus 110 en het stormachtige openingsdeel van opus 111 was Zimermans toon mild en zangerig. Het eerste deel van de Sonate in E opus 109 klonk licht, ritmisch vrij en fantasievol. Deze hele sonate werd vanuit lyriek benaderd.
Die poëtische sfeer zette hij voort in de Sonate in As, opus 110. Alles was hier even mooi, maar speciaal genoemd moet het 'halfpedaal' worden dat hij in de fuga gebruikte, waardoor het klonk als een orgel in een kathedraal, maar waarbij de absolute helderheid gewaarborgd bleef. Onnavolgbaar fraaie passages waren te horen in het afsluitende Arietta uit de Sonate in c opus 111.
Was dit dan het ultieme Beethovenspel? Ja en nee. Een grotere precisie in de uitvoering is nauwelijks voorstelbaar en weinigen graven in hun interpretatie zo diep als Krystian Zimerman. Maar tegelijk verdwijnt een van de meest wezenlijke karaktereigenschappen van Beethoven: het improvisatorische en spontane, want Zimerman laat niets aan het toeval over.
(Recensent: Christo Lelie)
NRC Handelsblad – Dinsdag 17 juni 2014
Perfectionistische Zimerman verbluft ook in Beethoven
”5*
*gewijzigd van 4 in 5 sterren met goedkeuring van de recensent
Na de pauze vertelde Krystian Zimerman dat hij 25 jaar bang was geweest om de drie laatste pianosonates van Beethoven te spelen. De veeleisende sonates, vaak samengevat als lyrisch en introspectief, zitten vol snedige vormexperimenten en spitsvondige modulaties. Zondag bewees Zimerman dat zijn angst onterecht is. Sterker, met zijn intelligente, ingetogen en technisch briljante spel benadert hij de ideale vertolkingen.
Zimerman speelde het Vivace van de Sonate nr.30 met gedoseerde speelsheid. Bij het derde deel noteerde Beethoven Gesangvoll, en dat was het ook.
Ook in de 31ste sonate was Zimermans spel soeverein. Hij was zichtbaar op zijn gemak en speelde meesterlijk met tempowisselingen en accenten – wanneer zijn linkerhand vrij was, zag je hem de piano dirigeren. Door het rechterpedaal stoïcijns ingedrukt te houden, klonk de fuga als in een kerk. Wie hunkert naar mystiek in Beethoven, wordt door de witgrijze Pool op zijn wenken bediend.
Van de laatste drie sonates begint alleen de 32ste met een stomp in de maag. Ook deze kreeg een verbluffende uitvoering, met een verzengend eerste deel en een prachtig cantabile in het tweede. Zimerman, perfectionist, buigt zich voornamelijk over het romantische repertoire. De Beethoven- sonates liet hij op cd (op de Pathétique na) vooralsnog links liggen.
Hopelijk komt het er nog eens van. Wie in het Concertgebouw was, zal beamen dat een opname een aanwinst zal zijn voor zijn discografie.
(Recensent: Merlijn Kerkhof)
Wenneke Savenije – Woensdag 18 juni 2014
De transcendentale Beethoven van Krystian Zimerman
Maar liefst zestien keer is de Poolse pianist Krystian Zimerman (1956) nu opgetreden in de Serie Meesterpianisten en elke keer is dat een unieke belevenis. Beroemd vanaf het moment dat hij in 1975 als jongste deelnemer het Chopin Concours in Warschau won, verloopt de muzikale carrière van Zimerman langs onnavolgbare lijnen.
Als een van de weinige meesterpianisten gaat hij al 15 jaar lang op reis met zijn eigen Steinway, want het mechaniek, de intonatie en klank van het instrument waarop hij speelt zijn voor Zimerman heilig. De muziek mag niet bezoedeld raken door onvoorziene zaken als een stroef lopend instrumentarium, een schelle klank of niet uitgebalanceerde klankverhoudingen over alle octaven. Nadat hij in zijn jeugd ervaring opdeed als pianostemmer in Katowice, weet Zimerman hoe essentieel het afstemmen van de vleugel is om een specifiek klankideaal te kunnen bereiken. In samenwerking met Steinway & Sons in Hamburg ontwikkelde hij zijn eigen procedés om zijn vleugel optimaal resonerend én reiswaardig te maken.
Hoewel Zimerman aanvankelijk veel in Amerika speelde, niet in de laatste plaats omdat hij tot de favoriete pianisten van Leonard Bernstein behoorde, besloot hij in 2006 dat hij vanwege de machtspolitiek van George W. Bush niet langer in de Verenigde Staten wilde optreden. De komst van Obama bracht daar verandering in, maar de verzoening was van korte duur. Tijdens een concert in Los Angeles op 26 april 2009 onderbrak hij ineens zijn concert en verklaarde publiekelijk dat hij niet langer in Amerika wilde spelen uit protest tegen het militaire beleid van de Amerikaanse regering. Dat het Witte Huis besloten had een raketschild op Pool grondgebied te plaatsen, was Zimerman een doorn in het oog. Zoals veel Polen was hij bang dat zijn geboorteland daarmee militair doelwit voor Rusland zou worden.
In zijn niet aflatende zoektocht naar het sublieme, waarvoor technische perfectie en muzikale integriteit voorwaarden zijn, probeert Zimerman steeds dieper door te dringen tot de essentie van de klank die het beste aansluit bij de intenties van de componist. Op verrassende wijze doorbrak de pianist, die zichzelf visueel had afgeschermd van zijn toehoorders door middel van een soort ‘hekwerk’ van rode koorden rondom de vleugel, na de pauze de stilte. Hij begon het publiek toe te spreken over zijn liefde en ontzag voor Beethoven, die al zo doof als een kwartel was toen hij de Sonates nr. 30 in E, op. 109, nr. 31 in As op. 110 en nr. 32 in c op. 111 componeerde.
‘Vijfentwintig jaar lang was ik bang om deze late sonates te spelen’, stak Zimerman van wal, ‘En nu ben ik zelf ongeveer net zo oud als toen Beethoven ze schreef.’ Omdat het volgens de pianist in de muziek uiteindelijk niet om de piano maar om klank draait –‘Ik hou eigenlijk helemaal niet van pianospelen, het gaat me om de muziek!’- deed hij zijn uiterste best de klankbeleving van Beethoven na te voelen, alvorens deze late sonates zelf te gaan uitvoeren. Zo trof zijn echtgenote hem op een nacht achter de vleugel aan in pyjama met een motorhelm op een houten stok in zijn mond, die weer een stok raakte die in de vleugel stak.
Op die manier probeerde hij de inspanningen die Beethoven zich getroostte om toch nog iets te kunnen horen na te bootsen. De componist ving met zijn twee stokken vooral de hele hoge tonen op en hoorde daarmee ‘als een hond’. Vandaar de hoge sopraansolo in de Negende symfonie.
Om een lang verhaal kort te maken: Zimerman ging tot het uiterste om tot het innerlijke gehoor van de late Beethoven door te dringen. Zijn ongewone ‘voorstudies’ leidden tot een unieke en gedenkwaardige benadering van de betreffende Beethoven-sonates.
Persoonlijk vond ik Zimermans lezing van de Sonate nr. 30 in E, op. 109 het minst overtuigend. Zimerman dook zo diep in de geagiteerde, stormachtige en turbulente passages van deze sonate, dat de grotere lijnen soms in een chaos van stemmen en nuances ten onder dreigden te gaan. Dat werd weer gecompenseerd door onwaarschijnlijk mooie passages in de langzame gedeelten, waarin de klank hemelwaarts transcendeerde tot ‘zielsmuziek’.
Ook Zimermans intens doorleefde uitvoering van de Sonate nr. 31 in As, op 110 verplaatste de toehoorders naar de hogere regionen van de metafysische wereld. Af en toe leek de klank bijna dienst te doen als het medium tijdens een spiritistische seance, waarin Zimerman zijn afgod letterlijk de hand leek te reiken. Alle grillige wendingen in deze muziek die veel verder gaat dan ‘muziek’, werden door Zimerman op de voet gevolgd en met name in de lyrische en verstilde passages onwaarschijnlijk teder, puur en hallucinerend uiteen gezet.
In Beethovens zwanenzang binnen dit genre, de indrukwekkende Sonate 32 in, op. 111, werd het spanningsveld tussen aards gezwoeg en tijdloze godenmuziek nog verder op de spits gedreven. Zimerman speelde deze magistrale sonate met brandende passie, intensiteit en een ongehoorde sensitiviteit, en kroop daarmee volledig overtuigend in de huid van zijn grote getergde idool.
Daarna was er geen toegift meer mogelijk. Er restte een eerbetoon in stilte.
(Recensent: Wenneke Savenije)
De Volkskrant – Maandag 16 juni 2014
Volmaakte beheersing van tint en toon
*n.a.v. het recital op 13 juni in Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven
”5
Amper een uur muziek bevatte het recital van Krystian Zimerman, maar de reis door de laatste drie pianosonates van Beethoven was een ware odyssee, met de Poolse meesterpianist in de dubbele hoedanigheid van betrouwbare leidsman en verlokkende sirene. Af en toe kon je hem zelfs zachtjes horen meehummen.
In het Eindhovense Muziekgebouw, waar Zimerman zich vrijdag warmliep voor zijn presentatie van dezelfde Beethoventrilogie in het Amsterdamse Concertgebouw, waren nog stoelen leeg, wat misschien iets te maken had met een ander evenement waarvoor de Eindhovense binnenstad juichend oranje kleurde. Zimermans publiek was minstens zo geconcentreerd, maar bewaarde juist een ademloze stilte.
De laatste pianosonates van Beethoven horen thuis in de categorie waarin zich ook de Negende Symfonie en de late strijkkwartetten bevinden: muziek die is losgezongen van conventies, die vooruitwijst naar de grote romantici (en die nochtans overtreft). De zelfkritische Zimerman is pas laat met dit repertoire de podia opgegaan en het is goed denkbaar dat zijn vertolkingen nooit op cd zullen verschijnen. Dat maakte dit optreden nog bijzonderder.
Van meet af aan trof Zimermans benadering door rijkdom en totale beheersing. Zijn spel heeft niets met virtuositeit te maken, maar alles met kunnen. Het heeft de ongedwongenheid van de grote improvisator die Beethoven ook was, maar tegelijkertijd spreekt er het inzicht uit van iemand die deze muziek al jaren met zich meetorst en elke noot tegen het licht heeft gehouden.
In alle drie de sonates speelt het expressieve contrast tussen bokkig en bezonken een grote rol, maar ook de hang naar het etaleren van compositorische vermogens. Elk van de drie sonates heeft een naar verhouding lang deel met symfonische proporties - een reeks variaties of een fuga - waarin de componist zijn eigen vormbeheersing en inventiviteit, en dus ook die van de uitvoerder, op de proef stelde.
Het was vooral in die delen dat Zimerman zijn gehoor meetroonde door harmonische mistbanken die dan weer weken voor feeërieke arpeggio's, waarin lichtplekjes dwarrelden als in schaduwen van opwapperende vitrage. Met zijn volmaakte beheersing van tint en toon maakte hij duidelijk dat hier geen sprake was van een mechaniek, maar wel van een poëtische constructie.
Toen de laatste klanken van de laatste sonate, op. 111, verstorven waren en het applaus losbrak, kon Zimerman alleen met handgebaren zijn dank voor de bijval tonen. Een toegift was op dat moment even ontoepasselijk als ontoereikend geweest.
(Recensent: Frits van der Waa)
Het Parool – Dinsdag 17 juni 2014
Beethoven alsof Debussy het speelde en dat heeft wat
”4
Krystian Zimermans Beethoven is een fascinerende belevenis.
Beethoven stierf in 1827, drie maanden nadat hij 56 was geworden. Zijn laatste pianosonates worden als zo'n hoge top in het pianorepertoire beschouwd dat de Poolse meesterpianist Krystian Zimerman het pas aandurfde ze voor publiek te spelen nadat hij een jaar ouder was geworden dan Beethoven op zijn sterfbed was. Zimerman is inmiddels al weer een half jaar 57 en gisteravond was het tijd voor een historische kennismaking met zijn visie op Beethovens sonates opus 109, 110 en 111.
En er klonk inderdaad een bijzondere, zeer eigen interpretatie van Beethovens muziek in de uitverkochte Grote Zaal van Concertgebouw. Zimermans visie op Beethoven gaat vrijwel geheel voorbij aan de ontwikkelingen van de authentieke uitvoeringspraktijk van de laatste vijftig jaar. Hij trekt zich ook weinig aan van de nieuwe inzichten die er in die halve eeuw zijn bijgekomen aangaande Beethovens componeren.
Zimermans Beethoven is desalniettemin toch volstrekt authentiek te noemen en puur muzikaal beschouwd zeker niet te versmaden. Het is een zeer persoonlijke opvatting van Beethovens muziek die tot stand komt vanuit de klank van veel later gecomponeerde muziek - Zimermans befaamde Chopin- en Debussy-interpretaties resoneerden stevig mee.
Dat vloekt met de streng uitgebalanceerde klassieke structuurprincipes van Beethoven. Het gaat echter geweldig samen met de manier waarop Beethoven die klassieke stijl waar hij zo aan hing tegelijkertijd uitholde door de grenzen ervan op te rekken. De late pianosonates zijn een wonder van constructie, maar tegelijkertijd ook een wonder van die constructieondermijnende fantasie. Er zijn voortdurend verassende melodische of harmonische wendingen die ofwel het hart een slag laten overslaan omdat ze zo aangrijpend zijn, ofwel je met een muzikale stomp in de maag de adem benemen.
Zimermans door veel pedaalgebruik als grote klankwolken opstijgende interpretaties lieten vooral die verrassingen geweldig uitkomen. Niet in de laatste plaats doordat deze pianist een geweldig gevoel voor dramatisch ritme en timing heeft.
De voor Beethoven zo belangrijke structuur, zijn ironie en de agressie die in deze late sonates toch ook nogal van belang zijn, komen er minder uit, omdat de snelle tempi van de snellere delen en Zimermans liefde voor een enigszins voluptueuze klank het detail aan het oor onttrekken. Het is wat zwaar op de hand, maar hier klonk een Beethoven die Debussy had kunnen spelen en wie had dat nou niet willen horen?
Omdat Zimerman nergens dingen zo ver uit perspectief trekt dat het gaat vervormen en het klassieke raamwerk waar Beethoven – en Debussy vast ook – zo aan hechtte toch hoorbaar blijft, is Zimermans Beethoven met name in de langzame delen een fascinerende belevenis.
Source: http://www.meesterpianisten.nl